Rake Vragen aan Mats Hopstaken
Bij De Wolven raken we met verhalen die positief bijdragen. Rake verhalen, voor mensen, organisaties en merken. En het liefst ook voor de wereld. En dat is precies waar we in deze nieuwe rubriek nieuwsgierig naar zijn: welke verhalen raken ons, en hoe komt dat?
Dit keer in onze rubriek: Mats Hopstaken. Mats werkt inmiddels alweer bijna 3 jaar als communicatieadviseur bij De Wolven. In de afgelopen maanden was hij er even tussenuit en vertoefde hij in het mooie Rome. We zijn benieuwd wat hem in deze periode heeft geraakt, en wat hem is bijgebleven.
Welk verhaal heeft jou de laatste tijd het meest, of onverwachts, geraakt?
“De serie Atypical, over de autistische jongen Sam die naarmate hij ouder wordt behoefte krijgt aan meer onafhankelijkheid van zijn familie. De serie geeft een inkijkje in het leven van een jongen met autisme, maar laat ook zien hoe het is om te leven met een autistisch persoon in je omgeving. Ik had net een aantal wat serieuzere series afgekeken en was op zoek naar een luchtigere optie. Een vriend van mij raadde toen Atypical aan. Het is een laagdrempelige serie die me op verschillende manieren heeft gepakt; ik heb keihard gelachen, maar ook een aantal keer met tranen in m’n ogen zitten kijken. Onverwachts een topserie!”
Hoe probeer jij anderen positief te raken?
“Ik geloof dat het zit in de kleine dingen en probeer vanuit dat idee bij te dragen waar ik kan. Dit doe ik bijvoorbeeld door een vriend die aangeeft niet lekker in zijn vel te zitten regelmatig te vragen hoe het gaat, een kennis die een marathon loopt voor een goed doel een mooie bijdrage te geven en altijd even tijd vrij te maken om af te spreken met iemand die dat nodig heeft. Of door bijvoorbeeld iemand een complimentje te geven, al is het voor iets kleins. Dat soort kleine gebaren kunnen al een groot verschil in iemands dag maken.”
Welke rake actie uit jouw vakgebied, interesse of omgeving is je bijgebleven?
“In Rome woonde ik in Monteverde, een wijk op een berg. Op de route naar mijn Italiaanse les moest ik elke dag een lange trap af, waar altijd dezelfde man stond te bedelen. Hij maakte die trap dagelijks schoon in ruil voor wat geld. Ondanks dat ik nooit contant geld bij me had wenste de man me áltijd een fijne dag, met een grote glimlach op z’n gezicht. Ik nam me voor om iets voor hem te pinnen, maar vergat het steeds te doen. Toch bleef hij me in de tussentijd elke dag met dezelfde glimlach begroeten en een fijne dag wensen. Dit deed me beseffen dat ik soms om hele kleine dingen kan zeuren of chagrijnig kan worden, terwijl deze man ondanks dat hij weinig had altijd vrolijk was. Mensen zoals hij helpen om af en toe te relativeren.”